Gister won ik de Hotze de Roosprijs, de prijs voor het beste kinderboekendebuut van het voorgaande jaar. Ik ben vooral blij omdat de jury volledig bestaat uit kinderen en een prijs van een kinderjury is voor een kinderboekenschrijver natuurlijk het mooiste wat er is.
Het is twee uur. Ik sta samen met de andere genomineerden, Pieter Koolwijk (Vlo en Stiekel) en Theo Meijer (Mijn vader is een dredhoofd), naast het hoofdpodium van de Zaanse kinderboekenmarkt te wachten op de uitreiking van de Hotze de Roosprijs, een jaarlijkse publieksprijs voor debuterende kinderboekenschrijvers.
Twee weken heb ik in spanning op dit moment gewacht. Ik hoopte vurig dat ik de prijs zou winnen, want de Hotze de Roosprijs is een belangrijke debutantenprijs en een geldbedrag van 4.500 euro is natuurlijk ook niet mis. En terwijl de wethouder haar inleidende toespraak houdt, overdenk ik voor de laatste keer mijn kansen.
Tijdens de stemperiode in maart en april wist ik zeker dat ik zou gaan winnen, maar naarmate het moment dichterbij kwam, begon ik steeds meer te twijfelen.
Ik ben tweede, zeg ik tegen mezelf. Ik probeer het gevoel te verwerken. Geen Hotze de Roosprijs… Tweede is ook goed… Er hebben in elk geval veel kinderen op mijn boek gestemd. Anders zou ik hier niet staan. Jammer. In gedachten formuleer ik vast het bericht dat ik zo op Facebook zal zetten.
Dan roept de wethouder ons in ‘willekeurige’ volgorde naar voren.
Ik mag als eerste.
(Zouden ze de winnaar als eerste naar voren roepen?)
Als we alle drie op het podium staan, stelt de wethouder ons voor aan het publiek.
(Bij welk boek juichen de kinderen het hardst? Moeilijk te zeggen.)
Daarna leest ze het juryrapport voor.
(Het klinkt te algemeen om conclusies aan te verbinden).
Dan is daar het moment van de waarheid.
Ik denk: Pieter Koolwijk… maar de wethouder zegt: ‘Jozua Douglas.’
En dan ben ik even heel erg verbaasd. Maar ook blij. En trots. En overdonderd. En opgelucht. Het is alsof ik zweef. Het is dat gevoel dat je hebt als je net uit een achtbaan stapt. Of wanneer je in het water plonst, na een duizelingwekkende glijvlucht over de gigantische glazen glijbaan in Prettini’s zwemparadijs.
Ik heb de Hotze de Roosprijs gewonnen! En het juryrapport is overweldigend:
De kinderen van de Zaanse Kinderjury vinden dit een grappig, leuk en spannend boek. Citaat van een jurylid: ‘Het is en leuk boek. Vandaar mijn cijfer, een 10.’
Wat ontzettend gaaf om deze prijs te winnen! Juist het feit dat het een kinderjury is, maakt me trots. Dit is dus wat kinderen willen. Ik ben op de goede weg.
De eerste versie van mijn volgende boek is al klaar. Ik ga het prijzengeld gebruiken om in de zomer lekker door te schrijven. Super bedankt!
V.l.n.r: Theo Meijer, Pieter Koolwijk, Jozua Douglas